BILJART REGLEMENT BSK, IN OVEREENSTEMMING MET DE CRBB
Biljartregels bij de Biljart Sociëteit Katwijk |
De arbiter heeft bij competitiewedstrijden de navolgende taken en verant-woordelijkheden:
- Van een wedstrijd in de buitencompetitie begint de thuisspelende club. Bij onderlinge competitie wedstrijden is er de keuzestoot. De arbiter streeft ernaar dat de keuzestoot zoveel mogelijk gelijktijdig plaatsvindt. Uitgangspunt hierbij is dat de arbiter erop toeziet dat wanneer de bal van de ene speler de bovenrand van het biljart raakt, de bal van de ander speler afgestoten moet zijn. Zo niet, dan zal de arbiter beslissen dat de keuzestoot opnieuw dient plaats te vinden.
- De arbiter zorgt er voor dat er vanuit het publiek geen hinderlijk rumoer komt, zo nodig verzoekt de arbiter om stilte.
- De arbiter ziet erop toe dat de niet-spelende speler op zijn stoel zit.
- De arbiter dient zijn beslissing te baseren op de eigen waarneming.
- De arbiter dient zich zo op te stellen dat het niet hinderlijk is voor de speler, wel moet de arbiter de juiste positie innemen om vast te stellen dat de speler de spelregels naleeft en/of er een carambole wel of niet wordt gemaakt.
- Alleen de arbiter stelt vast of een carambole wel of niet wordt gemaakt.
- Bij het beëindigen van de beurt dient de arbiter duidelijk als volgt te annonceren (aankondiging): bijv. "Noteren, 5 voor Piet en dan nog een keer herhalen 5".
- De arbiter kan/mag, bij niet meer te controleren situaties (bijv. of er een bal wel of niet is geraakt, een biljardé of een touché is gemaakt) de"schrijver" raad-plegen. De arbiter is dat echter niet verplicht! Dit geldt bij onderlinge wedstrijden, dus ook bij wedstrijden onder auspicién van de CRBB.
- Bij het libre is er in elke hoek een verboden zone van 17 x 17 cm. Liggen de beide aanspeelballen in dezelfde "verboden zone" dan annonceert de arbiter entrée en is daarna nog slechts één vrije carambole toegestaan. Blijft daarna de beide aanspeelballen nog steeds in de verboden zone dan zegt de arbiter "dedans". Na deze aankondiging is de volgende carambole alleen geldig als één van de aanspeelballen de 'verboden zone verlaat". Zo niet, dan gaat de beurt over naar de tegenstander. De arbiter kan dan offiieel zeggen "restée dedans". Met de opmerking/term "à cheval" merkt de arbiter op, dat de speler de twee aanspeelballen in de gevarenzone stoot. Of anders gezegd, er ligt één van de twee aanspeelballen al in de gevarenzone en de andere aanspeelbal dreigt daar ook terecht te komen.
SPELREGELS als een biljartbal wordt uitgestoten.
- 1. Een biljartbal is uit; wanneer de bal op de band komt en het hout raakt, of opgevangen of zelfs op de grond komt. De arbiter draagt er dan zorg voor dat de volgende speler met de eigen bal,( met of zonder stip of geel) van aquit speelt. Bij libre en het bandstoten moeten alle ballen op de beginpositie worden gelegd.
- 2. Bij het Driebanden is dit anders. De uitgesprongen bal moet door de arbiter teruggelegd worden op het rechtse plusje (+) van het onderste aquit. Daarna vervolgt de tegenspeler de partij met zijn oorspronkelijke bal. Dat kan uiteraard de witte bal zijn, of de witte bal met stip.
- 3. Bij eenzelfde situatie bij het biljartspel, 10 over Rood, legt de arbiter de ballen neer in de gebruikelijke aquit/begin situatie, waarbij de speelbal (altijd de witte bal zonder stip) op het beneden aquit, de andere bal op het middenaquit en de rode bal op het bovenste aquit geplaatst moet worden. Vervolgens gaat de tegenspeler van aquit met een losse bandstoot op rood.
- 4. SPELREGELS bij de situatieals de stootbal vastligt aan één van de andere ballen.De arbiter moet zichzelf overtuigen van het vastliggen van de ballen. Na de annonce (aankondiging) "vast" heeft de speler drie keuzes:
a. Alle ballen in de beginpositie;
b. Het losspelen van de vastliggende bal, of via een bandstoot.
c. Het los spelen van van de speelbal d.m.v. een kopstoot.
- 5. Het maken van een Touché. - Als een speler voor, tijdens of na het stoten van de bal, onbedoeld en/of ongemerkt, direct dan wel indirect, één van de drie ballen laat bewegen is er touché gemaakt. De arbiter kondigt (annonce) dan aan dat er touché is gemaakt. De daarvoor eventueel gemaakte punten tellen mee, maar de beurt gaat over naar de tegenstander.
- Als de speler na de speelbal getoucheerd te hebben in een reflex of met opzet doorstoot en de tegenstander hierdoor benadeelt omdat de ballen in een minder gunstige positie komen te liggen, moet de arbiter proberen de ballen zodanig terug te plaatsen naar de oorspronkelijke situatie voor het doorstoten.
- Als de speler onbedoeld touché maakt b.v. dat iemand hem aanstoot, dan worden de ballen door de arbiter in de oude positie gelegd en mag hij opnieuw stoten.
- 6. De rol van de arbiter bij het nemen van de verkeerde speelbal. a. Het is de taak van de arbiter, dat wanneer een speler bij aanvang van zijn beurt, de verkeerde stootbal dreigt te nemen (aanvang van een mogelijke serie) de speler hiervoor waarschuwt. De arbiter mag dit gedurende de hele wedstrijd doen. Dus bij elke 1e aanvangstoot van een mogelijke serie attendeert de arbiter de speler(s) éénmalig. Als de arbiter bemerkt dat in een serie de speler de verkeerde speelbal speelt en ook raakt, wordt deze carambole afgekeurd en annonceert de arbiter het aantal juist gemaakte caramboles. b. Alleen een speler mag bij aanvang of in een serie, de arbiter en de tegenstand-er erop attent maken, dat de verkeerde stootbal dreigt te worden genomen. Het is aan de de speler(s) om in voorkomende situaties, elkaar wel of niet te waarschuwen. Het is in ieder geval niet aan de schrijver om zich in voorkomende situaties te mengen.
- 7. In alle niet beschreven regels en of biljartsituaties beslist de arbiter.